Fagaceae.
Belgisch, Duits, Frans, inlands, Pools, Roemeens, Slavonisch, Spessart eiken, afhankelijk van de herkomst (Nederland), chne (Frankrijk), Eiche (Duitsland), oak (Groot-Brittannië).
Europa en Klein-Azië.
Hoogte 18-30 m, maximaal 45 m. De rechte takvrije stam is maximaal 15 m lang en h eeft een diameter van 1,2-1,8 m. De eikenboom kan een hoge leeftijd (400 jaar) bereiken.
Eiken kernhout heeft een geelbruine tot donkerbruine kleur en steekt duidelijk af tegen het 2550 mm brede bleekbruine spint. Kwartiers gezaagd hout vertoont karakteristieke glanzende ‘spiegels’, veroorzaakt door de brede stralen.
Het hout is ringporig waardoor op het dosse vlak een vlamtekening ontstaat.
Nat hout is corrosief in contact met ijzer. Blauwzwarte verkleuringen zijn het gevolg van de reactie tussen ijzer en het looizuur (tannine) in het hout. Eiken in contact met cement of beton zal het uitharden hiervan vertragen.
Meubelen, geveltimmerwerk, scheepshuiden, vloeren, traptreden, trapleuningen, constructiehout, vaten (in Noord-Amerika speciaal voor whiskeyvaten), speelgoed, tafels en verder voor alle normale toepassingen zoals bij Europees eiken.